Jannes de Vries (1901-1986) is een wat minder bekend lid van de Groninger kunstenaarsvereniging De Ploeg. In 2020 was er voor het eerst een museale tentoonstelling met zijn werk en wel in het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Na deze expositie verdrievoudigde de waarde van zijn werk.
In de vroege jaren twintig van de vorige eeuw maakte De Vries studiereizen naar Noord-Afrika en de Liparische eilanden. Ook studeerde hij in die tijd aan de École des Beaux-Arts in Parijs. Terug in Nederland kreeg hij in 1925 een betrekking als tekenleraar aan het Praedinius Gymnasium in Groningen.
De Vries was een gelovig mens. Mede daardoor maakte hij tijdens zijn werkzame periode als tekenleraar niet veel schilderijen. Je moest tenslotte je brood verdienen en geen tijd verspillen aan zo’n jolige schildersbent. In 1966 bereikt Jannes de Vries dan eindelijk de pensioengerechtigde leeftijd. De productie gaat omhoog van tot dan toe enkele tientallen naar honderden per jaar. Vanaf het pensioenjaar ontvlamt zijn pallet; zijn schilderlijke driften krijgen de vrije loop.
Het zijn juist deze kleurrijke en in grote vormen opgezette doeken die nu zo geliefd zijn. Hij heeft er veertig jaar op gewacht om zo te mogen schilderen; de vitaliteit van de pensionado.
Kunsthandel Richard ter Borg is gespecialiseerd in het werk van De Ploeg. In de collectie bevinden zich schilderijen, aquarellen, etsen, tekeningen, zeefdrukken en gouaches.