Kraakbord met hertjes (China, circa 1570-1590). Diameter 20 cm. De Late Ming Collection.
Kraakbord (China, 1590-1610). Diameter 30 cm. De Late Ming Collection.
Kraakbord met hertjes (China, 1560-1580). Diameter 35 cm. De Late Ming Collection.

Hertjes op porselein

Lezers reageren

In Vind 40 is een ingekorte versie van deze interessante LezersVondst geplaatst omdat er tekort ruimte was in de rubriek LezersVinden. De redactie wil onze lezers toch niet het complete verhaal onthouden, daarom hieronder het uitgebreide antwoord.

Beste Sebastiaan Ostkamp,

Ik lees met genoegen de vele zeer begrijpelijke artikelen die je schrijft. Ze worden steeds beter en ik lees ze met plezier, mijn grote complimenten hiervoor. Ik had je daarmee natuurlijk al veel eerder willen en kunnen complimenteren, maar was daarin nalatig. Je laatste artikel in Vind no. 39 deed mij besluiten nu toch maar eens over te gaan je alsnog te e-mailen. Je schreef daarin over – ik noem het maar even – ‘herten kraakbordjes’ uit de Wanli-periode, maar toch van voor 1600, dus voordat wij altijd aannamen dat in wat grotere hoeveelheden Chinees porselein ons land binnenkwam en dan met name in mijn Zeeland, Middelburg als eerste in 1602. Ik bezit al langer twee schotelscherven welke hieraan gerelateerd zijn. Ik kocht ze van een ‘beerputten-uitgraver’, wonend in de binnenstad van Delft, en daar had hij ze dan ook opgegraven. Eén van aardewerk in ca. 1980 en één van porselein uit een andere beerput in ca. 1960. De Nederlandse remake van een hertje in een Chinese tuin (scherf is lichtrood, diameter van het (afgeslepen) bord is 146 mm, géén standring, diameter platte bodem 114 mm). Voor- en achterzijde tinglazuur, geen proenen en door afslijpen van de (toen blijkbaar sterk kapotte) vlag natuurlijk ook geen aanwijzingen voor cassettestreepjes (penafdrukken). Het heeft duidelijk in de beer gelegen, gezien de wat zwarte waas op de bodem en algehele grijze wazigheid over het verder wit bedoelde tinglazuur. 

De twee hertjes op het porseleinen bord (grofweg de vorm van mijn soepbord van iedere avond) hebben dezelfde configuratie als die op jouw afbeelding van blz. 138. Ze zijn eveneens geschilderd binnen een eenvoudig landschap en op de randen ook eenden zwemmend tussen waterplanten (scherf wit, diameter 215 mm, hoogte 48 mm, standring 124 mm). Opvallend zijn de vele glazuurribbels (maar werd dit wel geglazuurd?) net aan de binnenzijde van de standring en de vele putjes alom, maar vooral aan de achterzijde. Ik zie niet echt aan-/vastgebakken zandkorrels aan de achterzijde. Opvallend de tekening, en het algehele aspect is veel ‘grover’ dan op het gewone Wan-li kraakporselein (en ook dan jouw scherven vanuit Vlooienburg). Is dit nu Swatow?

Kun je mij melden wat jij van dit alles vindt, waar vandaan en wanneer? De schatgraver van toen is allang dood en die kan dus niets meer vertellen over eventuele bijvondsten die toen ook uit de beer zijn gehaald. 

Met vriendelijke groet 
Herbert van den Berge

Beste Herbert van den Berge,

De scherven uit Delft zijn ‘reguliere’ vondsten zoals die bij opgravingen van met name vroeg 17de-eeuwse beerputten in steden in Zeeland en Holland te voorschijn komen.

De afgeslepen scherf is een vroeg stuk faience (ca. 1610-1630) waarop een duidelijk op Chinees porselein geïnspireerde ‘Chinese tuin met een hert’ is te zien. Hoewel dit decor dus zonder twijfel is ontleend aan Chinese voorbeelden is de uitvoering ervan zo sterk verbasterd dat we zonder meer mogen spreken van een Nederlandse interpretatie. Om het ‘bord’ voor de klant aantrekkelijker te maken, hebben de vinders het destijds ‘mooi rond geslepen’. We zien dit vaker gebeuren en het idee hierachter is dat het stuk ‘dan weer gaaf is’. Dat is natuurlijk onzin, maar veel klanten kijken blijkbaar liever naar een ‘afgerond geheel’ dan naar een brokkelige scherf. Het oorspronkelijke bord zal in Delft zijn gebakken, hoewel een Rotterdamse of Haarlemse herkomst in deze periode ook niet geheel mag worden uitgesloten. In tal van Hollandse steden waren in deze periode majolicabakkers actief die vooral producten maakten voor de inwoners van de eigen stad en de plattelandsbevolking die onder de rook van die stad leefden. Daarnaast waren er enkele steden die majolica en faience produceerden om dit buiten de eigen regio te verhandelen (steden dus als Rotterdam en Haarlem). De grote bloei van Delft als de Nederlandse productieplaats van tinglazuuraardewerk (het bekende Delfts) begint pas na het midden van de 17de eeuw.

Het Chinese bord bleef veel completer bewaard dan de zojuist besproken scherf. Hoewel ook hier stukken ontbreken, is zonder meer duidelijk hoe het complete bord er uit heeft gezien. Het uiterlijk van het bord zal voor veel verzamelaars verbazingwekkend zijn. De beschildering is slordig uitgevoerd en het bord is niet helemaal ’gaar’ gebakken. Hierdoor is de scherf van het porselein niet geheel versmolten, heeft het veldspaatglazuur niet zijn mooie glans verkregen en heeft het blauw van de beschildering niet de mooie diepe kleur die we ervan verwachten. Feitelijk is het bord dus een misbaksel, of in het beste geval een B-keus product. Toch werd het bord vanuit Jingdezhen verkocht voor de export. Het betreft dus zeker geen stuk Swatow porselein. De streepjes op de onderzijde van het bord zijn overigens veroorzaakt door het uitschrapen van de bodem met een mes of spatel. Oorspronkelijk zag de bodem er net zo uit als die van de faience scherf, en door de bodem binnen de standring met een mes dunner te maken, ontstond het huidige uiterlijk. Omdat het ‘uithollen’ van de standring niet vloeiend, maar met horten en stoten verliep, ontstonden streepjes als spaken in een wiel. Na het bakken werd de standring afgeslepen, waardoor het meeste aangebakken ovenzand werd verwijderd. Het bord zal waarschijnlijk in het huidige Indonesië zijn beland en van daaruit naar hier zijn verscheept. Het is omstreeks 1600 te dateren en kan dus zowel door één van de voorcompagnieën als wel door de VOC naar ons land zijn gebracht. De VOC startte de handel in porselein vooral vanaf Bantam op Java. Voor de rede van Bantam werden de schepen van de retourvloot gevuld en gereedgemaakt voor de thuisreis. Bantam was van oudsher een stapelplaats voor de handel in onder meer Chinees porselein. Juist in Bantam zijn grote hoeveelheden van het daar door Chinese jonken aan land gebrachte Chinese porselein opgegraven en daaronder vinden we ook veel van dit soort ‘wrakgoed’. Omdat de concurrentie groot was (er waren ook Engelsen en Portugezen die porselein wilden inkopen en dan was er ook nog VOC-personeel dat voor eigen gewin handelde) en het aanbod relatief gering, kocht de VOC partijen waarvan de kwaliteit vaak ondermaats was. Hierover werd door de bewindvoerders van de VOC in de vroege 17de eeuw ook veelvuldig geklaagd. Toch vonden ook dit soort producten, zoals onder meer jouw bord uit Delft laat zien, aftrek onder de Hollanders uit die dagen. Ook uit andere Hollandse steden kennen we tal van dit soort vondsten. De vraag was blijkbaar groter dan het aanbod en de drang om ook een stukje porselein te bezitten, was zo groot dat zelfs wrakgoed werd gekocht. Nu bestond er onder de burgers van die dagen nog nauwelijks een idee om porselein te kopen en dat dan uit te stallen. Deze gewoonte sijpelde pas in de loop van de 17de eeuw door van de elite naar bredere lagen van de bevolking. Het in Delft gevonden bord belandde na aankoop waarschijnlijk gewoon op tafel, waar het een plaatsje vond tussen borden van majolica en rood- en witbakkend loodglazuuraardewerk uit Nederland en Duitsland. Toen het tijdens het gebruik sneuvelde, belandde het samen met het overige keukenafval in de beerput. Het gebruik is de belangrijkste reden dat dit soort tweede keus porselein nauwelijks boven de grond bewaard bleef en zo geven bodemvondsten een belangrijke aanvulling op het beeld van het porselein dat de VOC in de vroege 17de eeuw naar onze streken verscheepte.

LezersVinden
Wilt u meer weten over een vondst of erfstuk? Bent u benieuwd naar de herkomst en waarde van een aankoop? Of heeft u informatie over een eerdere lezersvondst? Laat het ons weten. Mochten wij uw vraag niet kunnen beantwoorden, dan kunnen wij u wellicht in contact brengen met een specialist. Oproepjes plaatsen wij ook. Stuur uw verhaal en een duidelijke foto van het object (liefst ook van de achter- of onderzijde) naar info@vindmagazine.nl of Uitgeverij PolderVondsten, LezersVinden, Postbus 360, 1620 AJ Hoorn, Nederland. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te redigeren en in te korten. Plaatsing kan desgewenst anoniem. 

Vind alles op het gebied van

Verhalen en bevindingen in wat er vroeger allemaal heeft plaatsgevonden in musea, archieven en bibliotheken.

Alles op het gebied van opgravingen, tentoonstellingen, depots  en bijzondere bodemvondsten.

Wat gebeurt er op het gebied van oude, hedendaagse / eigentijdse kunst in musea, beurzen, beeldentuinen en galeries.

Hoe vind ik een fraai voorwerp voor mijn interieur of collectie, waar laat ik deze stukken taxeren / restaureren. 

Alle thema's